La Pierre

De stenen in het metselwerk weerspiegelen de geologie van het gebied, in Frankrijk werd vooral lokaal gedolven steen toegepast.
Meestal kalksteen, zandsteen of tufsteen. Maar ook riviersteen en rotssteen maken deel uit van de plaatselijke hulpbronnen.

La pierre calcaire froide

Deze kalksteen, gevormd in het Mesozoïcum (Jura en Krijt, 268 tot 45 miljoen jaar geleden, het tijdperk van de dinosauriërs) is aanwezig in vele massieven. De steensoort is extreem hard en over het algemeen homogeen wit of grijs van kleur; deze kalksteen is soms dooraderd met kleur. Deze harde steen wordt soms toegepast bij de bouw van monumenten, maar vaker nog in de onderbouw van grote landhuizen, of voor de realisatie van stoepranden en straatgoten.
Pierre calcaire froide kun je dus tegenkomen in de vorm van "moellons", in de vorm van bruut gehakte of bewerkte platen voor de afwerking van vloeren, alsook als verharding van van een calade (pad of weg op een specifieke manier afgewerkt met grote kiezels.

blank

Le calcaire marbrier

Deze steensoort wordt gebruikt voor bestrating, en ook voor de goten en voetpaden.

Le tuf

Tufsteen komt overeen met concreties gevormd door een fenomeen van fenomeen van neerslag in de lucht tijdens het uittreden van water met kalksteen. Dit gesteente, dat talrijke tal van anfractuosities, heeft verschillende tinten afhankelijk van de afhankelijk van de verschillende waterbronnen, variërend van lichtgeel tot gouden oker. Niet gelerend, luchthardend en gemakkelijk te verwerken zijn lage dichtheid, wordt tufsteen gebruikt in middelgroot steenwerk voor voor deurkozijnen of de basis van mooie huizen. voor deurkozijnen of de basis van mooie huizen, vooral in de buurt van bronnen bij de bronnen waar het gevormd wordt. Dus, tufsteen is zowel in Brans als in Taloire (Castellane) gebruikt voor het gewelf van de Saint-Etienne kapel, maar ook op Saint-André-les-Alpes, Trigance of Moustiers-Sainte- Marie, voor de bouw van de kerktoren.

blank
blank

Les moellons* de calcaire

Of ze nu gewonnen worden uit de rotsmassa's, of gewoon gewonnen op de velden, of gewoon gewonnen bij uitgraving tijdens bouw, ruwe stenen zijn altijd in overvloed beschikbaar geweest. Meer of minder hard of, meer of minder geoxideerd, hun kleur variërend van grijs tot beige oker, de moellons zijn alomtegenwoordig in metselwerk.
Afhankelijk van de grootte van de steen kan die worden gebruikt als opsluitingen of als kaderstenen voor de grotere, of als zichtstenen voor voor de middelgrote, en als vulling voor de kleinere.
Vanaf de 18e eeuw werd door het gebruik van buskruit het splitsen van blokken aanzienlijk vergemakkelijkt, waardoor het mogelijk wordt om om gekantrechte stenen te vormen.

Les galets

Door de rivierbeddingen zijn grote kiezelstenen in overvloed aanwezig. Kiezels, vaak samen met moellons in het metselwerk verwerkt, hebben het nadeel dat ze klein, hard en rond zijn, waaraan de mortel moeilijk hecht. Muren die zijn samengesteld met galets bevatten altijd veel bindmiddel (mortel o.d.).

blank